In een aantal vraagstukken worden er twee grootheden met elkaar vergeleken. Deze twee grootheden houden dikwijls verband met elkaar. Dit wil zeggen als de ene grootheid groter wordt, vermeerdert de andere in dezelfde mate. En als de ene grootheid kleiner wordt, vermindert de andere grootheid eveneens steeds in dezelfde mate.
Als 500 gram kaas 4 kost hoeveel
kost 200 gram dan? (OF Hoeveel kaas kun je kopenvoor
7,= ?
Bij dit soort opgaven weet je altijd 3 getallen en moet
je het vierde berekenen, vandaar...
Voorbeeld: Een doos spijkers bevat 75 spijkers en kost 10. Hoeveel kosten 90 spijkers?
Er is een verband want als de ene grootheid (= het aantal spijkers) vermeerdert, vermeerdert hier ook de andere grootheid (= de prijs van de spijkers). Zulke vraagstukken kan je oplossen met de regel van drie.
75 spijkers =========> 10
1 spijker =========> 10 : 75
90 spijkers =========> ( 10 : 75 )x 90 = 12
Antwoord : Voor 90 spijkers betaal je dan 12.
OPGELET: Een verhouding is omgekeerd evenredig wanneer een vermeerdering langs de ene kant, een even grote vermindering aan de andere kant veroorzaakt.
Voorbeeld: Ik heb voldoende veevoeder om 35 varkens gedurende 22 dagen te voeren. Hoeveel dagen kom ik toe met dezelfde hoeveelheid veevoeder als ik 77 varkens heb?
Er is een verband want als de ene
grootheid (= het aantal varkens) vermeerdert,
vermindert
hier ook de andere grootheid (= het aantal dagen
voederen).
Zulke vraagstukken kan je eveneens oplossen met de regel
van drie.
35 varkens =========> 22 dagen
1 varken =========> 22 d x 35dagen
77 varkens =========> (22 x 35 ): 77 = 10 dagen
Antwoord : Met dezelfde hoeveelheid veevoeder kan je 77 varkens 10 dagen lang voederen.
Wil je graag een hulpblad downloaden
Klik dan HIER voor de hulpblad over 'de regel van drie'
Video met extra uitleg
Klik dan HIER voor de instructievideo over 'de regel van drie'
Even oefenen
Oefening 1 - Oefening 2 - Oefening 3 - Oefening 4 - Procent en de regel van 3