Wie zijn wij?

PAV 3BSO

PAV 4BSO

Nederlands

Wiskunde

Actualiteit

Links

Leerkracht

 

De regel van 3

Lengte - massa - volume - inhoud

Grafieken

Omtrek - Oppervlakte

Afronden

Rekenen

     Hoofdrekenen

     Het rekenkundig 
     gemiddelde

     Rekenen met geld

     Rekenen met
     procenten

     Schaalberekening

Komma - breuk - decimaal - procent

 

Rekenen met procenten

 Veel mensen vinden het rekenen met procenten maar moeilijk. Op deze pagina proberen proberen we je daarbij

 met  voorbeelden te helpen.

 Er werd het volgende afgesproken: een GEHEEL = 100 DELEN = 100%

 Stel dat je één pizza met 100 mensen zou moeten delen? Zou dat je honger stillen?

Waarschijnlijk past zo’n stuk pizza in je holle kies, maar toch zeggen we:

 1 pizza = 100 delen = 100%

 Van alles wat
heel is zeggen we: het is 100%

Een halve pizza is:

 Dan is dus vragen om 50% van een hele pizza hetzelfde als vragen om een halve pizza.

 Doe dit maar niet in de pizzeria, vragen om 50% pizza: ik denk dat je dan nogal scheef bekeken zal worden!

 Een percentage van een bedrag

 Hoeveel is 8,2% van € 225?
 8,2% betekent letterlijk 8,2 per honderd, als breuk is dat en in decimalen is dat 0,082.

 Antwoord: 0,082× 225 = 18,45

 Verhogen met een percentage

 Wat krijg je als een bedrag van € 225 wordt verhoogd met 17,5% ?

 Eigenlijk kan je eerst 17,5% van 225 moeten uitrekenen en dit dan optellen bij het beginbedrag, die 225

 Dus :

 € 225 +( 0,175 x € 225 ) OF 1 x € 225 + 0,175 x € 225 OF 1,175 x € 225

 Antwoord = €264,38

 Verminderen met een percentage

 Wat krijg je als een bedrag van €225,- wordt verminderd met 30% ?

 Het lijkt op het voorbeeld hierboven, laten we het van naderbij bekijken

 € 225 -( 0,30 x € 225) OF 1 x € 225 - 0,30 x € 225 OF 0,70 x € 225

 Antwoord = € 157,50

 

Oefening 1 - Oefening 2 - Oefening 3 - Oefening 4 - Oefening 5 - Oefening 6 - Oefening 7 - Oefening 8 Oefening 9