Theorie:
Als in een zin een bevel of opdracht staat en die zin heeft geen onderwerp, dan staat de zin in de gebiedende wijs. De zin begint met een persoonsvorm die bestaat uit de stam van het werkwoord.
Voorbeelden:
Leg neer die bal!
Doe je mond open!
Pak je boek!
Ga de klas uit!
Opmerking
Als na het werkwoord het persoonlijk voornaamwoord u
wordt gebruikt, dan komt er wel een -t na de stam:
Gaat u maar voor, Noteert u dat even.
Even oefenen
oef 1 - oef 2 - oef 3 - oef 4 - oef 5