Maak eerst een nieuwe map met de naam excel
onder je persoonlijke map op het netwerk.
Ga naar “deze Computer” , klik op je eigen-schijf en
maak vervolgens de nieuwe map.
Ga
naar
het “startmenu”
“Alle programma’s”
-
“Microsoft Office” en klik op “Excel ”
Ofwel
ev. via het icoontje “Excel ” op je bureaublad
Als je Excel gestart hebt zie je onderstaand scherm.
1 = de Microsoft Office-knop
Hier kan je bestanden openen, opslaan,
afdrukken, …
2 = het Lint
Dit is onverdeeld in verschillende tabs die elk
op hun beurt nog verdere opties bieden.
3 = de Formulebalk
Hier kan je formules invoeren. Het bestaat
uit 2 delen. Aan de linkerkant zie je in
welke cel de formule staat en aan de rechterkant
bij fx staat de formule zelf
4 = het Werkbladvenster
5 = de Statusbalk
6 = de verschillende Weergaven
7
= In –en uitzoomen
1.2 Opbouw van het werkblad
1.2.1
Kolommen
Excel bestaat uit kolommen
A, B, C, t/m IV.
Deze staan horizontaal van links naar rechts
Je selecteert een hele kolom door op de
letter te
klikken.
Je voegt een extra kolom in door met de
rechtermuisknop op een kolom te klikken en te kiezen
voor “invoegen”.
Verwijderen van kolommen doe je op dezelfde manier
maar dan kies je
de optie “verwijderen” uiteraard.
Een kolom breder of smaller maken doe je door met de
muisaanwijzer
tussen 2 kolommen te gaan staan (die verandert dan
in een dubbele
pijl) en dan kan je verslepen.
1.2.2 Rijen
Excel bestaat uit in totaal
65.536.
Deze staan vertikaal.
Je selecteert een hele rij door op het cijfer te
klikken.
Voor invoegen/verwijderen en verbreden/versmallen
van rijden geldt
hetzelfde principe als bij de kolommen.
1.2.3 Cellen
Het
snijpunt van een kolom
en een rij
is een cel
, bijvoorbeeld:
Je ziet dat de cel-Wijzer D8
aangeeft.
Een cel selecteer je door er op te klikken.
Om verschillende cellen tegelijkertijd te
selecteren houd je de
CTRL-toets
ingedrukt wanneer je de verschillende cellen
aanduidt.